Stichting Synagoge
Coevorden Kerkstraat 36
7741 JC Coevorden
Onthulling 11 Stolpersteine in Coevorden op 2 april 2019

Inleidende toespraak Mieke Zilverberg:

Geachte  Aanwezigen, lieve Familie,

Graag willen wij, mijn broer Hans en ik, de Stichting Synagoge Coevorden bijzonder bedanken dat zij met zoveel bevlogenheid zorg dragen voor het emotionele erfgoed van de vermoorde joodse families uit Coevorden.

Wij staan hier ontroerd en ook trots dat wij onze grootvader Hartog Zilverberg ( opa Hartog voor ons) én onze oom David Zilverberg  (Dajo voor ons) 74 jaar ná het einde van de Tweede Wereldoorlog alsnog eer mogen bewijzen.

En wíj zijn twee van opa Hartog’s  drie kleinkinderen van ná de oorlog, die hij dus nooit heeft gekend. Zijn derde kleinkind, Naftali, woont in Israël, en is hier nu niet aanwezig.

Opa Hartog had, toen hij weggevoerd werd in 1942, al twee kleindochters, Kitty van twee jaar en Sarina van 8 maanden, die allebei met hun moeder Mietje (Mini), naar wie ik vernoemd ben, en tegelijkertijd met hun opa, in Auschwitz vermoord zijn.  In totaal had hij dus 5 kleinkinderen, zonder het te weten.

Om U nu enige achtergrond informatie te geven over opa Hartog en oom Dajo, geef ik het woord aan mijn broer, die geprobeerd heeft zoveel mogelijk over hun beider leven te weten te komen.

 

Toespraak Hans Zilverberg:

Beste nabestaanden van omgekomen familieleden uit Coevorden,  leden van de Stichting Synagoge Coevorden en andere aanwezigen,  Voordat ik mijn woord tot u richt, wil ik stilstaan bij het plotseling overlijden op 13 februari 2019 van mijn neef Rob Zilverberg, zoon van Stien en Sam Zilverberg uit Hengelo/Borne, die vandaag waarschijnlijk het woord tot u gericht had en zeker gepaste Klezmer muziek op zijn klarinet bij deze bijeenkomst zou hebben laten horen. Wij, familieleden missen hem zeer en willen daar even bij stil staan. Zijn zussen Liesbeth en Judith Zilverberg zijn bij deze gelegenheid gelukkig aanwezig, maar ik wil Rob niet vergeten! Mijn zus, Mieke Zilverberg en ik, Hans Zilverberg, zijn vereerd dat er in Coevorden door de Stichting Synagoge Coevorden, omgekomen Joodse inwoners van Coevorden aandacht en een ereplaats krijgen in het straatbeeld middels het plaatsen van Stolpersteine in de gemeente Coevorden. Mede dankzij giften die de Stichting Synagoge Coevorden ontvangen heeft, is het mogelijk geworden om vandaag 11 Stolpersteine te onthullen voor omgekomen en vermoorde Joodse inwoners van de gemeente Coevorden. Van de ongeveer 200 Joodse inwoners die vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Coevorden woonden, hebben slechts 20 Joodse inwoners de oorlog overleefd.  De verschrikkingen van de Jodenjacht door de Duitsers heeft ruim 6 miljoen Joden het leven gekost, waarvan 107.000 uit Nederland afkomstige Joden. Slechts 5200 van hen, zijn door onderduiking, miraculeuze overlevingskunsten en heel veel geluk en doorzettingsvermogen in leven gebleven. Ook ons leven van de 2e generatie slachtoffers, is in grote mate beïnvloed door datgene wat er met onze familie is gebeurd. Elke wijze van aandacht en nagedachtenis aan hen worden door ons nabestaanden van omgekomen familieleden bijzonder op prijs gesteld.  Hun namen moeten genoemd blijven worden en zichtbaar zijn! Op 15 juli 1913 is mijn oma, Saar Krammer, – onderwijzeres in hart en nieren- getrouwd met Hartog Zilverberg, mijn opa Hartog Zilverberg, die wij helaas nooit gekend hebben. Zij kregen 4 kinderen: Samuel (Sem), Mietje (Mini genoemd), David (Dajo) en Herman Zilverberg. Hartog Zilverberg is jaren wethouder voor de S.D.A.P. in de gemeente Coevorden geweest. Daarnaast was hij was lid van de Provinciale Staten van de provincie Drenthe. Vanaf 1933 t/m 1940 runde hij samen met zijn vrouw Saar Zilverberg-Krammer een succesvolle textielzaak in de Frieschestraat, op nummer 30. De drukte in de zaak zorgde ervoor dat Hartog Zilverberg zijn wethouderschap in 1938 overdeed aan een partijgenoot. Joodse tradities speelden in huize Zilverberg een belangrijke rol, alhoewel zij liberaal-Joods waren. Er heerste over het algemeen, naast de zorgen die er echt wel waren, vrolijkheid en muziek in het gezin. Muziek maakte onderdeel uit van het gezinsleven. Velen konden een muziekinstrument bespelen en de jongens voetbalden allen bij voetbalclub Germanicus.  Veel Joodse jongens in Coevorden speelden toen bij Germanicus. Zo ver ik weet, werd er ook heel aardig gevoetbald en menig tegenstander ging met lood in de schoenen op bezoek bij Germanicus.

Hartog Zilverberg was heel muzikaal. Hij was dirigent van muziekvereniging ‘Voorwaarts’ en behaalde met deze vereniging veel eerste prijzen op concoursen. Hij was tevens dirigent van de zangvereniging de ‘Volksstem’ waarmee hij ook operettes op zijn uitvoeringslijst had staan. In mei 1940 werd Hartog Zilverberg na de Duitse bezetting gedwongen zijn lidmaatschap van de Provinciale Staten van Drenthe op te geven. In de loop van 1940 moesten Joden hun zaken sluiten en mochten niet-Joodse inwoners niet meer bij Joodse winkels winkelen en begonnen de ellendige omstandigheden voor alle Joden in Nederland. Op 20 juli 1942 kwam Hartog Zilverberg in een Duits werkkamp in Vledder terecht, waarna hij op 16 oktober 1942, samen met zijn dochter Mietje Frank-Zilverberg en haar twee kinderen werden  doorgestuurd naar Auschwitz waar zij op 19 oktober 1942 vergast zijn. Hartie Frank is in januari 1943 omgekomen. Zij behoorden tot de ruim 150 Joodse familieleden van Hartog Zilverberg en Saar Zilverberg-Krammer die zijn omgekomen. Mijn vader, Herman Zilverberg werd samen met zijn 1½ jaar oudere broer David (Dajo) Zilverberg op 10 mei 1944 opgepakt in Amsterdam na verraden te zijn op hun onderduikadres. De oudste broer, Sem, heeft bij die inval van de Duitsers weten te ontsnappen door van een balkon op de eerste verdieping te springen en is opnieuw ondergedoken. David Zilverberg, had in de jaren ’30 zijn HBS diploma gehaald, leerde voor accountant en werkte tot 1940 als gemeente ambtenaar bij de gemeente Emmen. Op 16 mei 1944 kwamen David en Herman Zilverberg in Westerbork terecht om reeds op 19 mei 1944 getransporteerd te worden naar Auschwitz. Daar zijn beiden een tijd aan zwaar werk gezet. Op 28 januari 1945 werd kamp Auschwitz door de SS-ers ontruimt en werden de gevangen die nog konden lopen afgemarcheerd in één van de dodenmarsen van Auschwitz richting Dachau, omdat de Russen vanuit het oosten en de geallieerden vanuit het westen Auschwitz steeds dichter naderden. Bij die barre tocht hebben veel gevangenen van Auschwitz het leven gelaten. Na drie dagen tussen rijen SS-ers te hebben gelopen die aan de lopende band gevangenen dood schoten of dood knuppelden, zijn degenen die nog in leven waren op de trein naar Dachau gezet.  Op 5 maart 1945 is David (Dajo) Zilverberg in Dachau vermoord. Mijn vader – Herman Zilverberg – heeft de verschrikkingen van Auschwitz en Dachau als bij een wonder overleefd. Daarom staan Mieke en ik hier met een brok in onze keel, maar ook dankbaar dat wij bij de onthulling van de Stolpersteine van Opa Hartog Zilverberg en David Zilverberg aanwezig kunnen zijn.

Onze eerbied en dankbaarheid geldt ook voor de onthulling van de negen andere Stolpersteine voor de leden uit de families Van Coevorden en andere Zilverberg families aan wie we nu het volgende gedicht van Hanny Michaelis opdragen:

Gedicht van Hanny Michaelis uit haar bundel: Tegen de wind in (1962)

DE NACHT is lichter
of donkerder
dan toen.

Waarom laat het geheugen
zijn buit niet los
als de bron vergiftigd
en de droom bezweken is?

Geen andere toevlucht
dan slapen.

Ruggelings verdrinken in de oceaan
der ongeboren.

Verlost te worden
van het malende denken
aan de morgen
die lichter zal zijn of donkerder dan toen.